Nieuwsbrief 30 - september 2006
Lodwar Kenya
Inleiding
We zijn al weer enkele weken "thuis" in Nederland en gaan in de tweede helft van september terug naar ons
"huis" in Lodwar, want daar ligt toch een stuk van ons hart. De scholen zijn dan al weer begonnen en er
wordt gewerkt aan de voorbereidingen voor de overgang en de examens.
Eind november begint de grote vakantie.
Het Ewoi project heeft behalve de normale werkzaamheden in dit laatste kwartaal nog enkele workshops op het
programma staan en de viering van de internationale dag voor de ouderen en de kerstbijeenkomst. Dus genoeg
werk aan de winkel naast het normale programma.
In deze nieuwsbrief beschrijven we de gang van zaken betreffende het internaat en het onderwijs voor de dove
kinderen. Ook komen enkele kritische kantekeningen aan bod wat betreft grote hulpverleningsorganisaties ten
opzichte van kleine projecten, waar wij in werken.
Tot slot een beschrijving van een casus over Ekeno, een cliënt van het Ewoi programma.
De hulpverlening
In Lodwar opereren meerdere soorten hulporganisaties. Ook de verschillende kerkelijke instanties bieden
hulp.
Een deel van deze organisaties houden zich bezig met hulp aan kinderen, soms alleen onder de vijf jaar.
Anderen hulp aan vrouwen, aidspatienten, tuberculose patienten, hulp bij landbouw projecten en
watervoorzieningen. Er wordt goed werk verricht, maar toch merk je ook dat hulporganisaties het elkaar wel
eens moeilijk maken.
Vooral de grote hulporganisaties hebben een flink budget te verteren en hebben dus ook meer macht. Want ook
hier geldt de slogan "geld is macht" Deze organisaties komen met een bepaald doel b.v. hulp aan ondervoede
kinderen. Zij rijden vaak in indrukwekkende auto's met groot vertoon door de stad en betalen extreem hoge
salarissen aan de medewerkers. Het is dan ook geen wonder dat als zo'n organisatie start met zijn
activiteiten, veel deskundig personeel acuut hun baan elders opzegt en nog dezelfde dag aan het werk gaan
bij deze organisaties. Dat geeft bij de werkers en bij de werkgevers vaak frustraties en wrevel Vooral het
Diocese wordt hier de dupe van.
Goed opgeleide krachten, die vaak hun opleiding betaald hebben gekregen door
het diocese, gaan werken voor deze hulporganisaties, omdat ze bij deze organisaties het drie/viervoudige
verdienen. Deze werkers kun je geen ongelijk geven, maar het gaat ten koste van de projecten die deze
bedragen niet kunnen betalen. Het zou veel beter zijn als de grote hulporganisaties meer rekening hielden
met de plaatselijke omstandigheden.
Een nadeel voor de werknemers zelf is dat als zij ineens zoveel geld verdienen, zij zich daardoor een
levensstandaard permitteren die niet normaal is in deze gemeenschap. Als de organisatie weer vertrekt zijn
ze werkeloos. Meestal is het hoge salaris besteed aan, naar ons idee, veel onzinnige dingen die dan niet
gecontinueerd kunnen worden. We hebben het meerdere malen meegemaakt dat als de hulporganisatie weer is
vertrokken de medewerkers weer helemaal bij af zijn en zelfs hun mooie kleren, radio, t.v. en meubilair
moeten verkopen, zodat ze de basale dingen als voedsel kunnen kopen of de huur van hun huis kunnen betalen.
Een enkeling is zo verstandig om het geld te sparen en er een stukje land voor te kopen of een huisje te
bouwen.
Van verschillende zijde is hier met hulporganisaties over gesproken, maar dat heeft tot nu toe weinig
resultaat opgeleverd.
Een voorbeeld:
Tijdens het geven van een workshop werden medewerkers van Ewoi geconfronteerd met een groep deelnemers die
staakten. Zij wilden niet verder met de workshop. Ze eisten presentiegeld voor de dagen dat ze aan de
workshop deel zouden nemen, want zo zeiden ze, de week daarvoor hadden ze voor het bijwonen van een
workshop van een hulporganisatie presentiegeld gekregen.
Door de Ewoi leiding van de workshop is toen duidelijk gesteld dat, als een programma van het diocese een
workshop organiseert, er voor voedsel en lesmateriaal wordt gezorgd, maar dat er geen presentiegeld zal
worden betaald. Er volgde een lange discussie waarna de deelnemers eieren voor hun geld kozen. Tijdens de
laatste sessie kwam iemand naar voren, bood excuses aan namens de groep en
zei: " De duivel was tussen ons".
Zo eindigde deze workshop op een hele positieve manier.
Dovenonderwijs
Er zijn 4 dove kinderen die eindexamen van de basisschool moeten doen. Vooral voor deze kinderen een heel
spannende tijd. Afhankelijk van de resultaten zullen we moeten bekijken wat de volgende stap zal zijn. Er
zijn enkele scholen voor voortgezet onderwijs voor dove kinderen in Kenia, maar niet in de buurt van Lodwar.
Ook moet er een nieuw contract worden opgesteld met Terres des Hommes de sponsor van het internaat, want
het oude is bijna afgelopen. We hopen maar dat Terres des Hommes op basis van de nieuwe gegevens van het
internaat een contract met het internaat aan zal gaan en weer enkele jaren de lopende kosten voor hun
rekening neemt, want de bijdragen van de ouders zijn veel te weinig om het internaat te kunnen runnen.
De schoolunit en het internaat
Zoals we vaker beschreven hebben bestaat de hulp aan de dove kinderen uit twee onderdelen n.l. het
onderwijs op school en het verblijf in een internaat tijdens de schoolperiode.
Het internaat en de kleuterschool
Dit is een project van het diocese en heeft een eigen bestuur. Het geld dat via donoren, groot en klein
binnenkomt, kan niet voor iets of iemand anders besteed worden dan voor het internaat.
In het internaat verblijven gedurende de schoolperiode op dit moment 44 kinderen.
Het internaat wordt gesponsord door Terres des Hommes. Zij betalen de kosten voor het personeel, voedsel
en medische zorg voor de dove kinderen, kantoorkosten, dus de z.g. exploitatie kosten.
De kinderen voelen zich op hun gemak in het internaat en het merendeel is zelfs niet blij met de lange
vakanties thuis. Vaak tellen deze dove kinderen daar niet mee, is er niet genoeg te eten en is er weinig
afleiding. In het internaat voelen de kinderen zich veilig en gerespecteerd.
In het internaat komen regelmatig vrijwilligers uit de omgeving om de kinderen te vermaken en met hen bezig
te zijn. De kinderen voelen dat mensen in hen zijn geinteresseerd en belangstelling voor hen hebben. De
leiding van het internaat probeert dat ook te stimuleren om zo de vrijwilligers bewust te laten ervaren
hoe waardevol deze kinderen zijn en hoe blij ze zijn met deze extra aandacht die ze van hen krijgen.
Behalve dat de kinderen vanuit het internaat naar school gaan, worden er lessen gegeven in godsdienst,
maatschappijleer, handenarbeid en licht verstelwerk. Een dove gehandicapte jongen, die een praktijkcursus
naaien heeft gevolgd, repareert kleding en maakt uniformen. Er wordt dagelijks gesport en op geregelde
tijden wordt er naar een videofilm gekeken.
De kleuterschool is gebouwd op het terrein van het internaat vormt daar mee een geheel. Er zijn momenteel
17 dove kleuters. Vier leerlingen zijn naar de eerste klas gegaan. Na de vakantie, in september worden deze
plaatsen weer ingenomen door vier dove kleuters uit de bush. De leidsters, hoewel niet allen gekwalificeerd,
doen het prima.
"Spelend leren" is het devies. Elke dag wordt er door een dove leerkracht les in gebarentaal gegeven.
Voor de kleuters is het moeilijk te begrijpen dat ze in de vakanties naar huis moeten en vaak nemen de
ouders dan ook huilende kinderen mee.
De school waar de dove leerlingen na de kleuterschool naar toe gaan is geintegreerd in een gewone
basisschool. We noemen dat de "Unit for the deaf". Er is nog een wachtlijst van 36 dove kinderen. De
accommodatie is er, maar door gebrek aan docenten is het niet mogelijk deze kinderen op te nemen in de unit.
Deze school wordt bekostigd door overheid zoals de meeste scholen in Turkana.
Voor de unit zijn door ons 8 lokalen en de noodzakelijke bijgebouwen. Dit is gefinancierd door onze
achterban. Er gaan 64 kinderen
naar deze unit. Een groot probleem is het gebrek aan goede, gekwalificeerde docenten. Meerdere malen is
een verzoek, zowel mondeling als schriftelijk, bij de autoriteiten ingediend om meer leerkrachten voor het
dovenonderwijs. Er wordt telkens weer beloofd docenten te benoemen. Gelukkig heeft Terres des Hommes
financien beschikbaar gesteld om klasse- assistenten aan te stellen. Dat geeft in ieder geval de zekerheid
dat de leerlingen les krijgen. Als er een vrije dag is of er is om een andere reden geen school, dan komen
ook de dove externe leerlingen naar het internaat waar zij gebruik kunnen maken van de studieruimte en de
bibliotheek en af en toe mogen ze een video film kijken.
Al met al proberen we met vallen en opstaan aan 80 dove kinderen aangepast onderwijs te geven.
Ekeno
Ekeno, een man van ongeveer vijf en vijftig jaar was opgenomen in het Ewoi programma nadat een van de
huisbezoeksters hem had gevonden ergens op een veranda in de stad.
Hij bivakeerde daar al maanden want
zijn broer die naar Lodwar was verhuisd en waar hij naar toe wild,e kon hij niet vinden. De man was er
slecht aan toe, kan nauwelijks lopen, was erg vuil en sterk vermagerd. Op aandringen van de huisbezoekster
ging hij met haar mee naar het Ewoi kantoor waar hij een douche nam en schone kleren kreeg.
Hij is weer de straat opgegaan totdat wij zijn familie gevonden hadden. Deze familie woonde in een
buitenwijk van Lodwar en zij waren verbaasd dat hun broer en oom in Lodwar verbleef. Met enige tegenzin
stemden zij er mee in om Ekeno op te nemen. Hij kreeg een hutje waar hij kon wonen en het liet zich aanzien
dat alles goed verliep. Maar na ongeveer twee maanden kwam de home huisbezoekster met het bericht dat hij
ziek was. Erg verwaarloosd en ziek hebben we de man toen naar het ziekenhuis gebracht.
Een röntgenfoto en bloedonderzoek maakte duidelijk dat hij tuberculose had. Ook moest een sputumonderzoek
gedaan worden maar omdat de machine in het laboratorium kapot was kon dit onderzoek niet plaats vinden. Men
kon dus ook niet starten met de medicijnen. Een van de doktoren liet duidelijk zijn ongenoegen blijken. Er
lagen nog meer potentiële tuberculose patiënten op de afdeling die dringend medicijnen nodig hadden, maar
ook zij moesten wachten op het sputumonderzoek. De familie van Ekeno liet hem in de steek en medewerkers
van Ewoi gingen dagelijks naar het ziekenhuis om hem te verzorgen. Een ziekenverzorgster beloofde een oogje
in het zeil te houden. Zaterdag kwamen de twee medewerkers van Ewoi in het
ziekenhuis aan om Ekeno te verzorgen. Het bleek dat hij de avond daarvoor overleden was. Het dode lichaam
lag nog steeds op bed. Omdat alle medewerkers van Ewoi die zaterdag weg moesten, zijn we naar de chief
gegaan en hebben doorgegeven dat de familie en de buurt voor de begrafenis moesten zorgen.
Wat schetst onze verbazing toen de daaropvolgende maandagmorgen een verpleegkundige van het ziekenhuis
naar ons kantoor kwam met de mededeling dat het stoffelijk overschot nog steeds op het bed in de ziekenzaal
lag. En dat bij temperaturen van vijf en dertig graden. We zijn onmiddellijk naar de chief van zijn dorpje
gegaan. Deze reageerde heel laconiek. Hij zegde toe alsnog het stoffelijk overschot op te halen en in de
buurt te begraven.
Na overleg, heeft de staf van het Ewoi centrum zich gedistantieerd van deze zaak. Namens de gehele staf
hebben we dit aan het hoofd van de afdeling van het ziekenhuis meegedeeld en het bestuur van het Ewoi
programma hierover ingelicht. Zij stonden achter onze beslissing.
Later hoorden we dat enkele familieleden het stoffelijk overschot hebben opgehaald uit ziekenhuis en op
traditionele wijze hebben begraven op het plaatselijk kerkhof.
Een moeilijke casus die veel tact en energie van de medewerkers van het Ewoi programma heeft gekost.
Tenslotte wensen we iedereen het allerbeste en tot een volgende keer.
Met vriendelijke groeten,
Annie en Ben Janssen
Ben en Annie Janssen | P.O. Box 101
Lodwar - Kenya
Fraters van Utrecht
Fortisbank Rek.nr. 23.16.87.338
- code 1545 (s.v.p. wel vermelden!)
Email: bjans@africaonline.co.ke
Tel.: Lodwar: 00254-54-21474
|
|