Terug



Nieuwsbrief 36 - augustus 2008

Lodwar Kenya


Beste allemaal

In Turkana is het tamelijk rustig. Er is nog wel veel te doen op het politieke vlak; er zijn problemen betreffende de droogte en het voedseltekort. Er is een ziekte onder de geiten, waardoor herders grote kuddes verliezen. Verder zijn er corruptie schandalen. Maar gelukkig zijn daar geen mensenlevens mee gemoeid zoals het was na de verkiezingen.
In deze nieuwsbrief willen we informatie geven over enkele praktijk voorvallen, over de registratie van het internaat en van de school.


De toekomst

Deze maand zijn we tien jaar werkzaam in Lodwar. Toch wel een bijzonder feit vooral omdat we zelf nooit gedacht hadden zolang hier te zijn. Het werken met ouderen, wat je in Nederland thuiszorg noemt, was nieuw. Ook het opzetten van onderwijs voor dove kinderen, het bouwen van een school en een internaat was een nieuwe ervaring.
We realiseren ons dat de projecten overgedragen zullen moeten worden aan de plaatselijke werknemers, onder toeziend oog van het diocees. Want uiteindelijk is de Bisschop de verantwoordelijke persoon.
Vanaf de start van de projecten zijn we ons ervan bewust geweest dat niet alleen het opzetten van een project belangrijk is, maar ook het overnemen door de eigen mensen in de toekomst. Daarom heeft iedereen in de projecten de kans gekregen zich te ontwikkelen, scholing te volgen in de vorm van een opleiding of korte cursussen. Het resultaat is zichtbaar want, als we er niet zijn gaat alles gewoon door. De ouderen en dove kinderen krijgen de aandacht die ze nodig hebben, de zieken en gehandicapten worden adequaat opgevangen, het voedsel wordt eerlijk verdeeld, enz..


Mary

Mary was een rustige vrouw die er altijd was voor anderen. Zelf had ze geen gemakkelijk leven. Ze had een groot gezin en een man die niet aardig voor haar was en waarvan zij al een lange tijd gescheiden leefde.
Ze had geen medische opleiding maar door het vele werk in het ziekenhuis en gezondheids centra heeft ze veel ervaring opgedaan. Ze werkte vaak met Europese artsen die haar de kneepjes van het vak leerde. Van een van deze artsen had ze een mooi stenen huisje gekregen. Ze leefde gelukkig met haar dochters en kleinkinderen. Ze heeft in het begin meegewerkt om het Ewoi programma van de grond te krijgen en is later in een gezondheids centrum van het diocese gaan werken. Ze was erg met de ouderen begaan en die kregen dan ook altijd haar volle aandacht.
Een jaar geleden kreeg zij kanker en werd in Nairobi behandeld. Het ging weer goed met haar en zij was optimistisch over de toekomst. Het heeft echter niet zo mogen zijn. Rond Pasen kregen we bericht in Nederland dat ze was gestorven en in haar geboorteplaats, in het midden van Kenia, is begraven. We weten zeker dat zij een mooi plekje in de hemel heeft gekregen want die beloning heeft ze verdiend. Speciaal voor de gezondheidsdienst van het diocees zal het een gemis zijn, want zij was op vele plaatsen inzetbaar.



In the middle of nowhere

Daar lig je dan in een desolaat gebied. Zo ver als je kunt kijken is er heuvelachtig gebied en zie je grote rotsblokken. We rijden over een oude weg die vroeger gebruikt werd voor het verkeer naar het noorden van Kenia. De catechist en een wat oudere jongen wijzen ons de weg.
Na een half uur rijden vinden we een paar hutjes. Een daarvan is nog in goede staat, maar de rest hangt scheef en ze zijn aangevreten door mieren en insekten. Op verzoek van de catechist gaan we een man bezoeken die halfzijdig verlamd is.
We vinden hem liggend, half buiten de hut met zijn hoofd op een steen. Een oud stuk laken is het enige wat zijn lichaam bedekt. We groeten hem en kijken wat om ons heen. De man is zichtbaar blij dat er bezoekers zijn. In de hut is niets te zien, geen potten of pannen of anderszins.
Catharine, de social worker van het Ewoi programma, vertelt hem dat wij zijn gekomen op verzoek van de catechist om te bekijken of we hem kunnen helpen met een rolstoel. Catharine praat met hem over zijn voorgeschiedenis en de huidige situatie. Als hij vertelt dat zijn vrouw vorig jaar overleden is en dat er zich bij hem daarna verlammingsverschijnselen openbaarden begint hij te huilen. Verder laat hij weten dat hij bezorgd is over zijn jonge kinderen.

Hij heeft vijf kinderen: de oudste, een jongen van 16 jaar kon zijn lagere school niet afmaken, omdat hij voor zijn zieke vader moest zorgen. De tweede jongen heeft de zorg voor het vee, maar verdwijnt regelmatig een paar dagen naar de stad.
De vader kent alle geiten en controleert elke avond of deze veilig thuis zijn gekomen. De drie jongere kinderen, ongeveer 7, 5 en 3 jaar verblijven de meeste tijd bij een oom (broer van de vader) en worden daar ge(mis)bruikt om water te halen, ongeveer anderhalf uur lopen en om klusjes op te knappen. Bij afwezigheid van hun broer moeten zij de geiten hoeden. Ze gaan niet naar school.
De broer en andere familieleden die in de buurt wonen, bezoeken hem nooit. Zij vermoeden dat de man aids heeft en daarom durven zij er niet naar toe. De kinderen eten bij hun oom en brengen 's avonds wat voedsel naar hun vader. Ook drinkt hij geitenmelk vermengd met bloed van de geiten. De man zag er goed doorvoed uit evenals de oudste zoon.

De meisjes waren niet thuis. De regelmatige voedseluitgifte ging aan dit gezin voorbij. Niemand die eraan dacht om hen in te schrijven voor de maandelijkse voedseldistributie. We zijn weggegaan met de belofte de week erna terug te komen. Op het kantoor werd geopperd dat de man mogelijk aids kan hebben, want ook zijn vrouw was nog niet zo lang geleden gestorven.
We besloten na enkele dagen terug te gaan en aan de man voor te stellen een bloedproef te laten doen om te achterhalen of ons vermoeden juist was.

Bij het tweede bezoek troffen de de man alleen thuis, weer in dezelfde situatie. Hij vertelde dat de oudste zoon naar de stad was, de tweede naar een traditionele trouwerij en de drie jonge kinderen waren er met de geiten op uit. Na enige tijd kwam er een buurvrouw en nog later een man die zijn zwager bleek te zijn.
De buurvrouw vertelde dat niemand de man aan durfde te raken, omdat ze bang waren dat zij "de ziekte" ook zouden krijgen. Een HIV/aids test wees echter uit dat de man negatief was. De buurvrouw en de zwager suggereerden ook dat het mogelijk was dat de man deze verlammingsverschijnselen gekregen zou hebben omdat de traditionele rituelen naar de dood van zijn echtgenoot niet naar behoren waren uitgevoerd.

We hebben geprobeerd om de meisjes naar school te krijgen. De vader wil wel maar de familie houdt dit nog steeds tegen. Een meisje dat naar school is geweest komt meestal niet meer in aanmerking voor uithuwelijking, dus brengt ook geen vee als bruidschat binnen. En dat is wat de familie wil.
Traditie en cultuur spelen een belangrijke rol in deze maatschappij. De laatste ontwikkeling is dat we een rolstoel hebben beloofd. De zoons zullen eerst een pad maken naar de pomp en naar de buren. Als dat klaar is wordt de rolstoel bezorgd. De cathechist houdt ons op de hoogte van de gang van zaken.


Samson

Toen Samson zijn rolstoel, drie jaar geleden was hij de koning te rijk. Hij was toen ongeveer 12 jaar en kon als gevolg van zijn progressieve spierziekte niet meer naar school. Hij was te zwaar om door zijn moeder gedragen te worden. Samson en zijn moeder, Akeno, leden daaronder. Toen hij via een hulp uit Nederland een rolstoel kreeg kon hij weer naar school.
Zijn moeder verzorgde hem met veel liefde en ook later toen hij werd opgenomen in een nieuw geopend internaat voor lichamelijk gehandicapten. Het was zijn moeder die hem daar verzorgde. Vanuit het internaat ging hij naar een naburige school. Hoewel het schrijven een probleem voor hem was, was het een goede ijverige leerling en geliefd bij zijn klasgenoten en de staf van het internaat.

Tijdens een vakantie had Samson wat hoodfpijn en toen zijn vader kwam, die in de bush leeft met twee kinderen, nam hij zijn zoon mee naar zijn familie in de bush. Na enkele dagen voegde Akeno, de moeder, zich bij hen in de bush en werd haar verteld dat haar zoon Samson gestorven was en reeds begraven.
Toen het bericht van de dood van Samson bij Ewoi office binnenkwam was iedereen verslagen.
Men wist dat Samson een ziekte had die niet te genezen was, maar dat dit zo snel zou gaan was voor ieder een verrassing. Men heeft nog steeds goede herinneringen aan deze vrolijke positieve jongen.
Omdat Akeno in het internaat voor haar zoon en ook andere kinderen had gezorgd was het de coordinator opgevallen dat zij dat op een manier deed die veel respect van de staf afdwong. Ze was als een moeder voor de gehandicapte kinderen. Daarom werd zij gevraagd om in dienst te treden bij het in ternaat waar ze nu een fultime baan heeft . Een Turkana vrouw, zonder enige opleiding, maar met een groot hart. Akeno kwam in het Ewoi kantoor om ons te groeten.

Moeder van Samson juli 2008:

Ze was verdrietig om het verlies van haar zoon maar erg blij met haar nieuwe job. Ze zag er prachtig uit want van haar eerst verdiende geld had ze een mooie kleurige jurk gekocht en een dito sjaal. We hopen dat zij een goede toekomst tegemoet gaat.


Oogkliniek

De jaarlijkse oogkliniek is weer enkele maanden verleden tijd. 12 Spaanse oogartsen en hun medewerkers hebben zich weer enige weken ingezet om vele Turkana's met oogproblemen te behandelen.
Zij hebben al enige jaren ervaring met dit werk en de werkzaamheden in het plaatselijke ziekenhuis hier in Lodwar. Voor de ouderen van het Ewoi programma werden geen extra kosten berekend, omdat zij weten dat het de armste ouderen zijn. Ook krijgen we altijd voldoende medicijnen om de nabehandeling mogelijk te maken.
Enkele honderden ouderen werden eerst gescreend en 56 werden opgeroepen voor een behandeling. Staar is de meest voorkomende oogziekte.
Deze operaties worden aan de lopende band uitgevoerd. Enkele van onze ouderen gingen blind het ziekenhuis in en kwamen de volgende dag ziende weer naar buiten. Een wonder was geschied.
Een blinde jonge vrouw uit het noorden van Turkana werd binnengebracht. Ze droeg haar baby op de rug en had nog twee kinderen thuis. Na de operatie kon ze zien en zo zag ze voor het eerst haar baby. Ze riep in enthousiasme "God is groot, nu kan ik mijn kinderen zien".
Door de harde leefomstandigheden zijn er veel mensen met oogziekten, vooral in de dorpjes rond het Turkana meer. Deze jaarlijkse oogkliniek, waar tevens ook Afrikaanse artsen en verpleegkundigen les krijgen om operaties uit te voeren, is dan ook een goede manier van hulp aan de noodlijdende bevolking.

Dank aan de sponsor die ons in staat heeft gesteld deze activiteit mogelijk te maken..


Tobin

Als jongen van 8jaar kwam hij slechthorend en mank naar Lodwar en hij werd in het internaat opgenomen. Hij ging naar de dovenschool en zijn chronische oorontsteking werd behandeld. Een orthopedic technician zorgde voor speciale schoenen en beugels. In het begin was het moeilijk om hem en gedurende de vakanties zijn ouders, te motiveren deze hulpmiddelen te dragen. Maar door steeds maar weer op de noodzaak te wijzen is het gelukt en loopt hij nou bijna normaal. Zoals het er nu naar uitziet is hij aan het eind van het jaar zo ver dat alleen het dragen van speciale schoenen voldoende is. Ook zijn gehoor is sterk verbeterd en daarom kan hij waarschijnlijk naar huis en naar de gewone dorpsschool.
Uiteraard zal hij gevolgd worden door de ambulante begeleider van het internaat.


Terug van vakantie

Voor en na de schoolvakantie worden de kinderen in het internaat gewogen. Uit de gegevens die dan beschikbaar zijn kunnen we opmaken dat de kinderen zijn afgevallen als zij terug komen na de vakantie. De voedselsituatie thuis is veel slechter dan in het internaat. Veel kinderen krijgen dan maar een maaltijd per dag en de rest van de dag moeten ze genoegen nemen met de zgn. "wild fruits". Dit vult de maag maar de voedingswaarde is zeer gering. Van de zaden van de palmboom kan men zelfs verstoppingen krijgen met vervelende gevolgen.
Het is te begrijpen dat kinderen vaak niet blij zijn wanneer ze naar huis gaan (moeten). Na de vakantie zijn dan ook de meeste snel weer op het internaat terug. Dankzij de sponsor, Terres des Hommes, zijn we in staat op het internaat goed uitgekiende maaltijden te geven. De kinderen krijgen zelfs enkele keren per week een kwart liter melk. Je ziet de kinderen na de vakantie dan ook snel weer opbloeien en aktief worden.
De jongetjes die vier jaar geleden als bange schooljongen binnen kwamen zijn nu hele kerels, vrolijk en sportief. Met dank aan Terres des Hommes.


Registratie van het internaat

Half mei was een bijzondere dag voor het internaat. We kregen, als leiding van het internaat, een officiele uitnodiging van de Districts Commissioner (DC) om naar zijn kantoor te komen. Op de bewuste dag werden we en andere genodigden, welkom geheten door de D.C. en hij liet weten dat het internaat door de overheid officieel als volwaardige internaat was geregistreerd. Hier was een keuring van gebouwen aan vooraf gegaan door verschillende instanties.w.b. hygiene, grootte van het perceel. Verder moesten alle stafleden een bewijs van goed gedrag hebben.
Omdat dit alles goed was verlopen werden de documenten overhandigd en er waren speeches van diverse personen. Na de gebruikelijke "soda" was de bijeenkomst ten einde. Een kleine mijlpaal voor het internaat.

Nu is het nog wachten op de registratie van de school voor doven tot een zelfstandige school. Deze aanvrage is verzonden naar Nairobi, maar door de problemen na de verkiezingen laat dat nog op zich wachten.


Vriendelijke groeten,

Annie en Ben.


Ben en Annie Janssen | P.O. Box 101
Lodwar - Kenya
Fraters van Utrecht
Fortisbank Rek.nr. 23.16.87.338
- code 1545 (s.v.p. wel vermelden!)
Email: bjans@africaonline.co.ke
Tel.: Lodwar: 00254-54-21474






Terug